Allergologie, Anesthesiologie, Apotheek, Cardiologie, Chirurgie, Dermatologie, Fertiliteit, Genetica, Geriatrie, Gynaecologie, Huisartsgeneeskunde, Interne geneeskunde, Jeugdartsen, Keel neus en oorheelkunde, Kindergeneeskunde, Klinische chemie, Longgeneeskunde, Maag darm en leverziekte, Mond kaak en aangezichtschirurgie, Neurologie, Neurochirurgie, Oncologie, Oogheelkunde, Orthopedie, Pathologie, Plastische chirurgie, Psychiatrie, Psychologie, Radiologie, Reumatologie, Sociale geneeskunde, Spoedeisende hulp, Sportgeneeskunde, Traumatologie, Urologie, Vaatchirurgie
Programma referaten 22 oktober 2025
Referaat 1: Zien wat vaak onzichtbaar blijft: Wat hebben volwassen kinderen van ouders met
psychische problemen (KOPP) nodig in de ggz? Door Natasja Mathijssen – Struijs, werkzaam als GIOS
bij GGz Breburg Eindreferaat.
Wereldwijd groeien miljoenen kinderen op met een ouder met psychische problemen en worden ‘KOPP’
(kind van ouders met psychische problemen) genoemd. Binnen de ggz is een groot gedeelte van de
volwassen populatie KOPP. Hoewel er steeds meer aandacht is voor deze groep tijdens de jeugd, blijft
de volwassen KOPP nog grotendeels buiten beeld in de ggz. Er is toenemend bewijs dat een KOPPachtergrond leidt tot sterk verhoogde risico’s om zelf psychische klachten en lichamelijke
gezondheidsproblemen te ontwikkelen op volwassen leeftijd. Toch ontbreekt het aan kennis over hoe
deze groep het beste professioneel ondersteund kan worden. Tijdens dit referaat worden de resultaten
van onderzoek gepresenteerd dat zich richtte op het begrip van de ondersteuningsbehoeften van
volwassen KOPP in de ggz en ook wat de thema’s en uitdagingen zijn waar zij ondersteuning of
behandeling bij wensen.
Er werd een mixed-methods onderzoeksopzet gebruikt, waarbij als kwalitatief onderzoek 6
focusgroepen plaatsvonden met cliënten met persisterende lichamelijke klachten, cliënten met angsten depressieve klachten, ervaringsdeskundigen op het gebied van KOPP en zorgprofessionals.
Aanvullend werd met vragenlijsten onderzocht in hoeverre de ernst van de KOPP-gerelateerde
jeugdervaringen samenhangt met lichamelijke klachten op volwassen leeftijd.
Tijdens het referaat worden de resultaten van dit mixed methods onderzoek besproken, alsmede
overwegingen om aandacht voor de KOPP-achtergrond te integreren in de behandeling binnen de ggz.
Referaat 2: Mentale gezondheid van ggz-professionals. Door Dewi Bruins werkzaam als GIOS bij GGz
Breburg. Eindreferaat
De mentale gezondheid van ggz-professionals staat al geruime tijd onder druk door een toenemende
belasting ten gevolge van een veranderende samenleving en een transformerende visie op zorg. Onder
meer vergrijzing, personeelstekorten en grensoverschrijdend gedrag spelen hierin een rol. Sinds de
COVID-19 pandemie is de werkbelasting verder opgelopen en vormt deze een bedreiging van zowel
het werkplezier als de kwaliteit van zorg. Inmiddels is er wereldwijd meer aandacht ontstaan voor het
monitoren van de mentale gezondheid van ggz-professionals en de mentale klachten die zij
rapporteren. Met de verhoogde werkbelasting en de vermeerderde druk op onze systemen voor
geestelijke gezondheidszorg, is duurzame inzetbaarheid een belangrijk thema geworden voor ggz-
instellingen. Met deze Mix methods studie beogen we bij te dragen aan de ontwikkeling van evidence
based beleid en preventieve (zelf)zorg die duurzame inzetbaarheid kan vergroten.
Referaat 3: Effectiviteit van groepsgerichte ACT behandeling bij FACT cliënten door Sylvie Teurlings
werkzaam als GIOS bij GGz Breburg. Eindreferaat.
Bij FACT cliënten is doorgaans sprake van veel functionele beperkingen op verschillende
levensgebieden. Dit leidt tot hoge maatschappelijke kosten en onderstreept het belang van adequate
behandeling. Echter zijn de evidence-based behandelmogelijkheden voor deze groep tot op heden nog
vrij beperkt. Acceptance and Commitment Therapy (ACT) is een relatief nieuwe behandelvorm met
veelbelovende uitkomsten in eerdere onderzoeken, echter is deze nog onvoldoende onderzocht voor
de FACT populatie om van een evidence-based behandeling te kunnen spreken. ACT richt zich niet
primair op het verminderen van klachten, maar op het verbeteren van de psychologische flexibiliteit:
een accepterende en flexibele houding kunnen aannemen naar innerlijke belevingen en klachten. Deze
methode sluit goed aan bij herstelondersteunende zorg en de FACT methodiek. In dit referaat worden
de resultaten gepresenteerd van een onderzoek dat zich richt op de effectiviteit van groepsgewijze ACT
bij FACT cliënten. Het onderzoek hoopt richting te geven aan verder onderzoek naar ACT binnen deze
populatie.
Referaat 4: Comparing the Utility of a Clinical Staging Approach and the DSM-5 in Diagnosing
Personality Disorders among Older Adults. Door Jelle de Jong werkzaam als GIOS bij GGz Breburg
Eindreferaat.
Klinische stadiëring kan een waardevol alternatief bieden voor de beperkingen van categorale
diagnostische modellen zoals de DSM-5 bij psychische stoornissen. Onderzoek naar de klinische
bruikbaarheid van stadiëringsmodellen voor psychische stoornissen is echter beperkt, vooral in
vergelijking met de DSM-5, wat de implementatie van dergelijke modellen in de klinische praktijk
belemmert. De beperkingen van categorale modellen zijn nog duidelijker bij ouderen, omdat
persoonlijkheidsstoornissen zich op latere leeftijd anders kunnen uiten. Dit kan leiden tot over- of
onder diagnostiek bij gebruik van de DSM-5.
Deze studie vergeleek de klinische bruikbaarheid van een klinisch stadiëringsmodel (CSM) met de
DSM-5 voor het diagnosticeren van persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen, vanuit het perspectief van
clinici.
Over GGZ Breburg
Meer weten over GGZ Breburg?
Klik hier voor meer informatie.