Terug naar overzicht

Referaat Breburg Academie GGz Breburg Oktober 2022

Organisator:
  • 19 oktober 2022
  • Gratis
  • 17:55 - 20:05 uur
  • is aangevraagd

Allergologie, Anesthesiologie, Apotheek, Cardiologie, Chirurgie, Dermatologie, Fertiliteit, Genetica, Geriatrie, Gynaecologie, Huisartsgeneeskunde, Interne geneeskunde, Jeugdartsen, Keel neus en oorheelkunde, Kindergeneeskunde, Klinische chemie, Longgeneeskunde, Maag darm en leverziekte, Mond kaak en aangezichtschirurgie, Neurologie, Neurochirurgie, Oncologie, Oogheelkunde, Orthopedie, Pathologie, Plastische chirurgie, Psychiatrie, Psychologie, Radiologie, Reumatologie, Sociale geneeskunde, Spoedeisende hulp, Sportgeneeskunde, Traumatologie, Urologie, Vaatchirurgie

Referaat 1: Zingeving bij ouderen met autisme – een fenomenologisch onderzoek (eindreferaat)
door C van Osch, werkzaam als VIOS bij Centrum Senioren GGz Breburg
Zingeving is een proces van betekenis geven en waarde toekennen aan het leven; een belangrijk maar
relatief onderbelicht thema in de geestelijke gezondheidszorg. De betekenisgeving aan
zingevingsthema’s kan veranderen naarmate men ouder wordt. Onduidelijk was hoe zingeving wordt
ervaren door ouderen bij wie op latere leeftijd (60+) de diagnose autismespectrumstoornis (ASS) is
gesteld. Uit klinische ervaring bestaat de indruk dat zij zingevingsvragen ervaren, maar
wetenschappelijk onderzoek ontbrak.
Het doel van dit kwalitatieve onderzoek was om inzicht te krijgen in hoe zingeving wordt ervaren door
ouderen bij wie op latere leeftijd de diagnose ASS is gesteld en in zorg zijn bij PersonaCura,
Topklinisch centrum voor persoonlijkheidsstoornissen en autisme bij ouderen. Er is gebruik gemaakt
van een fenomenologische onderzoeksdesign waarbij data zijn verzameld onder tien cliënten door
middel van diepte-interviews. In dit referaat wordt ingegaan op de resultaten van het onderzoek.
Verder wordt stilgestaan bij hoe hulpverleners zingeving als thema kunnen integreren in de zorg voor
ouderen met ASS

Referaat 2: Onderzoek naar de ervaringen van deelnemers aan de vaardigheidstraining
emotieregulatiestoornis voor senioren (eindreferaat) door ECM Derks, werkzaam als VIOS bij Centrum
Senioren GGz Breburg
Hoewel de Vaardigheidstraining Emotieregulatiestoornis (VERS) toepasbaar is bij ouderen, sluit deze
onvoldoende aan bij hun leef- en belevingswereld. Recent zijn leeftijdgebonden aanpassingen gedaan
om de effectiviteit van de behandeling bij ouderen te verbeteren. Omdat tot op heden onbekend was
hoe de deelnemers de VERS-senioren ervaren hebben en of deze aansluit bij de levensfase, is een
kwalitatief onderzoek uitgevoerd. Doel van dit onderzoek is om zicht te krijgen op de ervaringen en
beleving van ouderen die de VERS-senioren gevolgd hebben om eventueel aanbevelingen te doen om
de VERS-senioren beter aan te laten sluiten bij ouderen.
Het betreft een kwalitatieve thematische analyse. Data zijn verzameld door tien diepte-interviews aan
de hand van een topiclijst. De deelnemers hebben de VERS-senioren gevolgd bij GGz Breburg of GGzE.
De deelnemers vinden de VERS-senioren aansluiten bij de levensfase. Twee kernthema`s zijn
kwetsbaarheid en intensiteit. Deze zijn onder te verdelen in leeftijdgebonden en niet-leeftijdgebonden
subthema`s.
Deelnemers voelen zich kwetsbaar tijdens en na afloop van de VERS door onder meer een toename van
vrije tijd en een afname aan afleiding en zingeving. Patronen bestaan langer dan bij jongere
deelnemers en zijn daardoor lastiger te doorbreken. Herhaalsessies na enige tijd werd vaak genoemd
als verbeterpunt. Hoewel alle deelnemers de VERS intensief vonden, werden alle onderwerpen als
belangrijk en zinvol ervaren.

Referaat 3: Een schaduwzijde van (echt)scheiding (eindreferaat) door drs. MCAM Van der Poel,
werkzaam als GIOS bij GGz Breburg, Centrum Jeugd afdeling Emotie en Persoonlijkheid
In Nederland krijgen per jaar ongeveer 70.000 thuiswonende kinderen, van wie 60.000 minderjarig
zijn, te maken met de scheiding van hun ouders. In vele, vooral Amerikaanse, onderzoeken is
aangetoond dat kinderen die één of meer veranderingen in de gezinssituatie meemaken (zoals een
(echt)scheiding, op de lange termijn meer problemen met hun psychische welbevinden vertonen dan
kinderen die opgroeien in een intact twee-oudergezin. Bij ongeveer één op de vijf scheidingskinderen
ontstaat vroeg of laat significante internaliserende en/of externaliserende problematiek. Denk daarbij
aan angst, depressiviteit, lage zelfwaardering, maar ook antisociaal, agressief gedrag, en
middelengebruik. Het verschil tussen de twee vergelijkingsgroepen zou de laatste decennia zelfs groter
geworden zijn (Amato; 2010). Dit ongeacht gender, leeftijd of de periode tussen (echt)scheiding en
onderzoek (Amato & Cheadle, 2005). Het is dan ook niet verbazingwekkend dat scheidingskinderen
zijn oververtegenwoordigd in de klinische praktijk van de jeugdhulpverlening en geestelijke
jeugdgezondheidszorg. Als hulpverlening kunnen we hier daarom niet om heen.
In mijn referaat wordt een brug geslagen tussen inmiddels bekende en erkende wetenschappelijke
gegevens vanuit vooral Amerikaans onderzoek (Amato m.n.) en de Nederlandse situatie. Herkennen wij
dit in Nederland? Het laatste grootschalige onderzoek in Nederland met aandacht voor de relatie tussen
(echt)scheiding (als ouderlijk conflict) en het welzijn van kinderen vond in 2013 plaats (Scholieren en
gezinnen, van der Valk & Spruijt, 2013). Daarnaast heb ik gekeken naar het effect van brusjes tijdens
de (echt)scheiding als buffer voor psychische problematiek als gevolg van het meemaken van
(echt)scheiding. Immers, daar waar we de impact hiervan kunnen voorkomen of beperken, hebben we
ook als GGz een verantwoordelijkheid.

Referaat 4: Longterm psychological and physical health outcomes of children growing up with a
mentally ill parent (COPMI), a systematic mixed-studies review (eindreferaat) door R.V. Bansradj MD,
MSc. Werkzaam als AIOS bij VONK, GGz Breburg
Er is relatief veel bekend over Kinderen van Ouders met Psychische Problemen en/of verslaving (KOPP,
in het Engels: COPMI, Children Of Parents with a Mental Illness)). Nederland telt jaarlijks 405.000
ouders met een psychische stoornis en/of verslaving (Trimbos). Deze ouders hebben tezamen 577.000
kinderen onder de 18 jaar (KOPP-kinderen), waar inmiddels meer aandacht voor is binnen de GGZ.
KOPP hebben namelijk een verhoogde kans om een psychische stoornis of verslavingsproblematiek te
ontwikkelen. De laatste jaren is hier meer aandacht voor en is er zelfs een richtlijn opgesteld binnen de
jeugdhulpverlening.
Er is echter nog weinig bekend over de myriade aan psychische en fysieke problemen waar KOPP tegen
aan lopen in de volwassenheid.
In dit referaat wordt ingegaan op de impact die KOPP-kinderen op latere leeftijd kunnen ondervinden.
Ook zullen de voornaamste bevindingen uit de systematic review van I.A.M. Brummelhuis,
(verpleegkundig specialist en promovendus), dr. A.C. Videler en prof. dr. W.J. Kop worden
gepresenteerd, naar de langetermijngevolgen van het opgroeien met een ouder met psychische
problemen.
Dit blijkt geassocieerd met diverse negatieve psychologische gevolgen en somatische symptomen in de
volwassenheid

Het programma
17.55 uur Opening door voorzitter
18.00 -20.00 uur Referaten
20.05 uur Afsluiting door voorzitter

Over GGZ Breburg

Meer weten over GGZ Breburg?
Klik hier voor meer informatie.