Terug naar overzicht

Referaat Breburg Academie GGz Breburg september 2021

Organisator:
  • 15 september 2021
  • Gratis
  • 17:55 - 20:05 uur

Allergologie, Anesthesiologie, Apotheek, Cardiologie, Chirurgie, Dermatologie, Fertiliteit, Genetica, Geriatrie, Gynaecologie, Huisartsgeneeskunde, Interne geneeskunde, Jeugdartsen, Keel neus en oorheelkunde, Kindergeneeskunde, Klinische chemie, Longgeneeskunde, Maag darm en leverziekte, Mond kaak en aangezichtschirurgie, Neurologie, Neurochirurgie, Oncologie, Oogheelkunde, Orthopedie, Pathologie, Plastische chirurgie, Psychiatrie, Psychologie, Radiologie, Reumatologie, Sociale geneeskunde, Spoedeisende hulp, Sportgeneeskunde, Traumatologie, Urologie, Vaatchirurgie

Hierbij nodigen we u van harte uit voor de Refereerbijeenkomst op 15 september 2021. Deze bijeenkomst is via Teams-vergadering georganiseerd.
Deelnemers die zich hebben aangemeld ontvangen 14 september een mail met de link waarmee ze kunnen deelnemen.

Programma referaten 15 september 2021

Referaat 1: Angst en stemmingsklachten van de ouder en internaliserende symptomen van de jongere:
de bufferende rol van gezinsfunctioneren – Eindreferaat
A.M.G. van Bussel, Msc, GZ Psycholoog K&J, Psychotherapeut K&J en i.o. tot Klinisch Psycholoog K&J,
werkzaam bij GGz Breburg, Centrum Jeugd
Psychopathologie van ouders is een bekende risicofactor voor de ontwikkeling van probleemgedrag bij
hun kinderen. Veel studies hebben het risico en de last onderzocht die psychopathologie van ouders
kan vormen voor hun kinderen en families. Tegelijkertijd zijn er ook veel kinderen die opgroeien in
gezinnen met een ouder met psychopathologie die zelf gaan ontwikkelen.
In deze studie kijken we vanuit het theoretisch raamwerk van ‘family resilience’ van Froma Walsh, ook
wel gezinsveerkracht genoemd. De theorie van gezinsveerkracht veronderstelt dat er gezinsprocessen
zijn die veerkracht kunnen bieden in gezinnen wanneer zij geconfronteerd worden met een aversieve
of stressvolle situatie of gebeurtenis. Bij deze gezinsprocessen kan je bijvoorbeeld denken aan de wijze
waarop gezinsleden problemen oplossen, met elkaar communiceren of zich uiten. In dit onderzoek
bespreken we of een adaptief gezinsfunctioneren een buffer biedt voor de impact van zowel angst als
stemmingsklachten van de ouder op internaliserende problemen van jongeren. Hierbij bespreken we
ook specifiek of de associaties verschilden afhankelijk van het geslacht van de adolescent. In het
onderzoek hebben we los gekeken naar de effecten van zowel angst als stemmingsklachten van de
ouder.
Deze studie is uitgevoerd binnen het iBerry onderzoek (Interventions for Behavioral and Emotional Risk
Reduction in Youth). Dit is een prospectieve longitudinale cohort studie van adolescenten die een hoog
risico lopen om psychopathologie te ontwikkelen, in de regio Rotterdam.

Referaat 2: De bijdrage van Samen Beslissen, Samenwerken in de Triade en Respijtzorg aan Herstel:
een blik op onderzoek & praktijk
Toelichting Onderzoekslijn Herstelondersteunende, Intensieve en Persoonsgerichte zorg (HIP)
Dr. Y. Voskes, werkzaam als universitair docent bij VUMC en als senior onderzoeker bij GGz Breburg
In deze presentatie wordt een toelichting gegeven over het onderzoek dat in deze lijn plaatsvindt. Er
wordt onderzoek gedaan naar actuele praktijkgerichte thema’s op het gebied van
Herstelondersteunende, Intensieve en Persoonsgerichte Zorg (HIP), waarbij aansluiting op de hulpvraag
van en regie bij de cliënt en diens netwerk belangrijke uitgangspunten zijn. De thema’s herstelgericht
werken, samen beslissen & leren, het samenwerken in de triade, intensieve zorg in zowel de ambulante
als de klinische setting, (het voorkomen van) verplichte zorg en het gebruik van gepersonaliseerde
informatiebronnen horen bij deze onderzoekslijn.
Ingegaan zal worden op een aantal van de kernthema’s van deze onderzoekslijn, namelijk:
1. Verplichte zorg, eigen regie en veiligheid
2. De toepassing en evaluatie van de Wet Verplichte GGz.
3. Herstel, samen beslissen en samenwerken in de triade
4. Het gebruik van gepersonaliseerde informatiebronnen, zoals vanuit ROM (o.a. I.ROC), bij het
herstelgericht werken en samen beslissen.
5. Samen leren en verbeteren door teams met behulp van data op groepsniveau

Ontwikkelingen op het gebied van Samen Beslissen met informatiebronnen
Dr. M. J. Metz, gepromoveerd Gezondheidswetenschapper en Verpleegkundige, werkzaam bij GGz
Breburg afdeling Innovatie & Kwaliteit, WetenschapsHuis, Workx en Tranzo/Geestdrift
De laatste jaren is in de algemene en geestelijke gezondheidszorg toenemende aandacht voor de
toepassing van Samen Beslissen in de behandelpraktijk. Bij Samen Beslissen gaat het er om dat cliënten
samen met hun naasten en behandelaars aansluitend op de hulpvraag en met behulp van ieders
expertise in dialoog besluiten nemen over keuzes in de behandeling. Ondanks hoopvolle
onderzoeksresultaten over de meerwaarde van Samen Beslissen (beter geïnformeerde cliënten, meer
tevredenheid over de genomen behandel besluiten en betere behandeluitkomsten), en de positieve
intenties van cliënten en professionals om Samen Beslissen zo goed mogelijk toe te passen, blijkt uit
ervaringen en onderzoek dat deze aanpak in de praktijk nog verbetering behoeft. Samen Beslissen
wordt regelmatig nog niet op gepersonaliseerde en methodische wijze toegepast bij het nemen van
besluiten over de behandeling. Ook staat in de dialoog tussen cliënten, naasten en professionals de
hulpvraag vaak niet (écht) centraal en worden nog niet alle (gepersonaliseerde) informatiebronnen
optimaal benut.

GGz Breburg heeft het Hulpvraag- en Herstelgericht werken en Samen Beslissen als belangrijke pijlers
opgenomen in de strategische koers ‘Samen het Sterkst in Mentale Gezondheid’.
In de (door)ontwikkeling van Mentale Gezondheids- en Expertisecentra wordt hier veel aandacht aan
besteed.
Het gebruik van gepersonaliseerde informatiebronnen over behandelinhoud, uitkomsten en inzet/tijd
(de zogenoemde ‘behandeldriehoek’) krijgt hierin een steeds belangrijkere plek. Deze
informatiebronnen kunnen zowel op cliënt, behandelaar als op teamniveau benut worden.

Herstellen van én in de triade: het bevorderen van de dialoog en samenwerking in de langdurige ggz
MSc. B.N. van Woerden, werkzaam als onderzoeker ij Tilburg University, afdeling Tranzo en C.A.
Franken, werkzaam als senior medewerker herstel bij GGz Breburg
In dit referaat gaan wij (onderzoeker en ervaringsdeskundige) vertellen over het project ‘Herstellen van
én in de triade: het bevorderen van de dialoog en samenwerking in de langdurige ggz’ dat loopt tot
februari 2023. Met dit praktijkgerichte onderzoek richten we ons op het bevorderen van de dialoog en
samenwerking tussen cliënten, die langdurig afhankelijk zijn van geestelijke gezondheidszorg, hun
naasten en zorgverleners in ART-teams. Het doel van het project is om in kaart te brengen wat de
verschillende ervaringen en behoeften zijn rond samenwerken en samen beslissen in de triade en op
basis daarvan een toolbox te ontwikkelen en te implementeren om het samenwerken en samen
beslissen in de triade te verbeteren. Door middel van een pilot zal de invoering van deze toolbox
geëvalueerd worden in termen van haalbaarheid, herstel, samenwerkingsrelatie en samen beslissen.

Onze onderzoeksvraag luidt: Wat zijn ervaringen en behoeften rond samenwerking in de triade in de
langdurige ggz voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen, met welke instrumenten kan
dit verbeterd worden, en hoe kunnen deze instrumenten voor cliënten, naasten en zorgverleners
geïmplementeerd worden met als doel het herstel van cliënten, de samenwerkingsrelatie en
gezamenlijke besluitvorming in de triade te bevorderen en te borgen in de dagelijkse praktijk?

In deze sessie nemen we jullie mee in de eerste bevindingen afkomstig uit de interviews met experts,
hulpverleners en zo mogelijk ook cliënten en naasten.

Respijthuizen, op welke wijze dragen zij bij aan herstel van cliënten? Eindreferaat
M. van den Broek, verpleegkundige in opleiding tot specialist (VIOS), werkzaam bij Indigo
Respijthuizen zijn met name bekend als logeerhuizen voor zorgbehoeftige mensen en dienen ter
ontlasting van mantelzorgers. Vaak worden deze logeerhuizen voornamelijk gerund door vrijwilligers.
Een relatief nieuwe ontwikkeling in deze respijtzorg betreft de opkomst van respijthuizen voor mensen
met een psychosociale kwetsbaarheid. In 2016 zijn de eerste hiervan in Nederland geopend. Mensen
met psychosociale problemen kunnen hier gemiddeld twee weken logeren om aan herstel te werken of
om tot rust te komen door tijdelijk afstand te kunnen nemen van thuis. Hoewel er in de praktijk sprake
is van een toenemende behoefte aan herstelbevorderende projecten buiten de ggz, is er weinig bekend
over respijthuizen. Deze toenemende behoefte is een gevolg van ambulantisering in de ggz, maar ook
van een toenemende bewustwording dat enkel symptoomreductie in de ggz vaak niet toereikend is. De
aandacht voor functioneel, maatschappelijk en persoonlijk herstel is in de afgelopen jaren groter
geworden. Op welke wijze dragen respijthuizen bij aan herstelprocessen?

In dit referaat wordt u meegenomen in het etnografisch design dat is toegepast om deze vraag te
beantwoorden en in de resultaten die dit onderzoek heeft opgeleverd. Gestreefd wordt naar het
vergroten van inzicht op het gebied van herstelbevordering. Een overzicht
aan herstelbevorderende aspecten van respijtverblijven zal worden gepresenteerd. Beoogd wordt dat
deelnemers voldoende kennis opdoen betreffende de werkwijze van respijtverblijven, om in eigen
behandeling respijtzorg bespreekbaar te maken.

Over GGZ Breburg

Meer weten over GGZ Breburg?
Klik hier voor meer informatie.