Referaat Breburg Academie GGz Breburg Maart 2021

Allergologie, Anesthesiologie, Apotheek, Cardiologie, Chirurgie, Dermatologie, Fertiliteit, Genetica, Geriatrie, Gynaecologie, Huisartsgeneeskunde, Interne geneeskunde, Jeugdartsen, Keel neus en oorheelkunde, Kindergeneeskunde, Klinische chemie, Longgeneeskunde, Maag darm en leverziekte, Mond kaak en aangezichtschirurgie, Neurologie, Neurochirurgie, Oncologie, Oogheelkunde, Orthopedie, Pathologie, Plastische chirurgie, Psychiatrie, Psychologie, Radiologie, Reumatologie, Sociale geneeskunde, Spoedeisende hulp, Sportgeneeskunde, Traumatologie, Urologie, Vaatchirurgie

Programma referaten 24 maart 2021

Referaat 1: Verslag van de wetenschappelijke studie: “the effectiveness of individual schema therapy in
older adults with borderline personality disorder: a multiple-baseline study”
(eindreferaat)
D.A. Khasho, werkzaam als GIOS bij Persona Cura, GGz Breburg.
In dit referaat wordt verslag gedaan van de wetenschappelijke studie “the effectiveness of individual
schema therapy in older adults with borderline personality disorder: a multiple-baseline study. Daarbij
komen twee thema’s uitgebreid ter sprake. Ten eerste het design van de studie. Wat houdt een
multiple baseline design in? Wat zijn de voor- en nadelen van een dergelijk design en met welke
valkuilen kan een onderzoeker geconfronteerd worden? De presentator deelt zijn eigen ervaringen
hiermee en hoopt u zo enerzijds te motiveren voor het toepassen van dit design en anderzijds u te
behoeden voor tegenslag. Het tweede thema behelst de inhoud van dit wetenschappelijk onderzoek. Er
wordt stilgestaan bij vragen als ‘zijn er überhaupt ouderen met een borderline
persoonlijkheidsstoornis?’, ‘hoe uit een borderline persoonlijkheidsstoornis zich bij ouderen?’ en
natuurlijk de vraag ‘heeft het zin om ouderen met een borderline persoonlijkheidsstoornis te
behandelen door middel van individuele schematherapie?’.

Referaat 2: Eens FACT, altijd FACT? (eindreferaat)
E. de Bruijn, werkzaam als GIOS bij GGz Breburg, Centrum Psychotische stoornissen.
Wat maakt dat sommige cliënten al heel lang in FACT zorg zijn en andere cliënten uitstromen? Wie zijn
die cliënten? Wat doen elementen van FACT op uitstroom?
Veel cliënten met een psychotische stoornis vallen in de groep met ernstig psychiatrische
aandoeningen (EPA), waarvan een kenmerk is dat de klachten langdurig en structureel zijn. Op langere
termijn blijkt prognose van een grote groep EPA-cliënten helemaal niet zo slecht. Herstel van
psychotische klachten is mogelijk en een herstel ondersteunende behandelmethode, zoals FACT kan
hieraan bijdragen.
In de FACT-handleiding staan criteria voor ontslag uit FACT, echter er was tot nu toe nog geen
onderzoek gedaan naar ontslag uit FACT en welke factoren daar een rol bij spelen. Sterker nog in de
meeste FACT studies wordt ontslag niet eens genoemd. Terwijl ontslag gezien kan worden als een
herstelgerichte uitkomstmaat en daarmee geheel passend is binnen de filosofie van FACT.
In dit referaat krijgen deelnemers een inkijkje in het eerste onderzoek, een retrospectieve studie tussen
2009-2019 binnen GGz Breburg, naar ontslag en de resultaten die daaruit naar voren zijn gekomen.
Het wordt duidelijk hoeveel cliënten uitstromen en welke sociaal-demografische, klinische en
zorggebruik factoren een grotere, of juist een kleinere, kans geven om uit te stromen.

Referaat 3: Agressie, antisociale persoonlijkheidsstoornis en de ontwikkeling van psychotische
klachten. Of omgekeerd? (eindreferaat)
Drs. C. Koks, werkzaam als GIOS bij de Acute keten binnen GGz Breburg.
Sinds 2014 hebben we bij GGZ Breburg het UHR (Ultra high risk) protocol geïmplementeerd omdat uit
diverse wetenschappelijke studies blijkt dat met vroeg detectie en interventie 50% van de psychoses
voorkomen kan worden (Rietdijk et al 2010). Op de poli Angst en Stemming en Persoonlijkheid loopt
dit naar tevredenheid, maar hoe zit dat op de forensische poli?
Ondanks een brede landelijke implementatie is op geen enkele plek de forensische zorg meegenomen.
Ondanks dat een groot aantal mensen klachten van achterdocht en paranoia rapporteren. Er is weinig
zicht op de prevalentie van psychose in deze forensische doelgroep.
Uit een Britse studie (Coid et al, 2016), blijkt een sterke relatie tussen psychotische symptomen en
agressie, echter verdwijnt deze wanneer mensen de transitie naar psychose hebben doorgemaakt. Ook
wordt een verschil gezien in mensen die voldoen aan de criteria van antisociale
persoonlijkheidsstoornis en mensen die daar niet aan voldoen.
De tijdens dit referaat gepresenteerde studie, verdiept in de relatie tussen psychotische klachten en
agressie en onderzoekt de prevalentie van ultra high risk op de forensische poli. Daarbij wordt gekeken
naar het verschil tussen mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis en mensen zonder een
antisociale persoonlijkheidsstoornis.
De studie is maatschappelijk en klinisch relevant, vanwege de geringe kennis over de prevalentie van
psychotische klachten bij mensen met een forensische achtergrond en/of een antisociale
persoonlijkheid. Meer inzicht kan de behandeling en diagnostiek van deze groep cliënten
optimaliseren. De DOP (duur onbehandelde psychose) kan verkort worden, best passende behandeling
aangeboden en prognose verbeterd.

Het programma
17.55 uur Opening door voorzitter
18.00 -20.00 uur Referaten
20.05 uur Afsluiting door voorzitter