Refeeravond Breburg Academie GGz

Allergologie, Anesthesiologie, Apotheek, Cardiologie, Chirurgie, Dermatologie, Fertiliteit, Genetica, Geriatrie, Gynaecologie, Huisartsgeneeskunde, Interne geneeskunde, Jeugdartsen, Keel neus en oorheelkunde, Kindergeneeskunde, Klinische chemie, Longgeneeskunde, Maag darm en leverziekte, Mond kaak en aangezichtschirurgie, Neurologie, Neurochirurgie, Oncologie, Oogheelkunde, Orthopedie, Pathologie, Plastische chirurgie, Psychiatrie, Psychologie, Radiologie, Reumatologie, Sociale geneeskunde, Spoedeisende hulp, Sportgeneeskunde, Traumatologie, Urologie, Vaatchirurgie

Graag nodig ik u uit voor de referaten van de Breburg Academie GGz op woensdag 9 december te Tilburg. Deze bijeenkomst is via Teams-vergadering georganiseerd. Deelnemers die zich hebben aangemeld ontvangen 8 december een mail met de link waarmee ze kunnen deelnemen.

 

Programma referaten 9 december 2020
Referaat 1: Abstinent van GHB: dit is wat ik nodig heb (eindreferaat)
J.J.A.L. Van der Meijs, Verpleegkundig Specialist in opleiding gedetacheerd naar de Hondsberg.
Het gebruik van Gamma-Hydroxy-Butyraat (GHB) is binnen Nederland een probleem, het is zeer
verslavend en kan leiden tot intoxicatie, onttrekkingsverschijnselen of ‘out ’gaan. Binnen GGz Breburg
blijkt dat er bij DD-cliënten na detox sprake is van een hoge terugval in GHB-gebruik. Het doel van dit
onderzoek is om kennis en inzicht te genereren over de behoeften die DD-cliënten rapporteren na een
klinische detoxificatie om abstinent te blijven van GHB. Er is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd.
Aan de hand van de ervaringen van 6 cliënten die GHB verslaafd waren en de huidige literatuur wordt u
meegenomen in de effecten van GHB-verslaving en mogelijkheden om tijdens behandeling beter aan te
sluiten bij de cliënt met GHB-verslaving om de kans op abstinentie te vergroten.

Referaat 2: Welke ervaringen en betekenis geven chronisch psychiatrische cliënten met insomnia aan
slapen na afloop van EHealth behandeling? Een kwalitatief onderzoek door middel van een Thematische
analyse (eindreferaat)
J.N. Eilander, Verpleegkundig Specialist in opleiding werkzaam bij GGz Breburg, Centrum Senioren,
Ambulant West.
Onderzoek naar insomnia en EHealth behandeling is veelal gericht op cliënten met insomnia als
primaire diagnose en weinig psychiatrische en somatische co morbiditeit. Het is daardoor onbekend
wat de ervaringen en betekenis is van chronisch psychiatrische cliënten met insomnia ten aanzien van
het slapen na afloop van EHealth behandeling.
Er hebben zes open interviews (gelegenheidssteekproef) plaatsgevonden. De transcripten zijn
geanalyseerd volgens de thematische analyse van Braun en Clarke (2006).
Het resultaat is dat er zes hoofdthema’s zijn die voortkomen uit de ervaringen en betekenisgeving over
slaap bij de respondenten na afloop van de EHealth behandeling: invloed van ontspanning en positief
denken ten aanzien van slaap, psychisch functioneren, dagelijks functioneren, verworven
deskundigheid en ervaringen met de EHealth behandeling Beter Slapen.
De conclusie is dat ontspanning en positief denken over slaap volgens de respondenten bijdragen aan
een betere slaap. Daarnaast hebben respondenten zelf veel uitgeprobeerd om te ontdekken wat voor
hen helpend is voor een betere slaap en is er verworven ervaringsdeskundigheid ontstaan. Verder
onderzoek naar deze verworven ervaringsdeskundigheid draagt mogelijk bij aan een meer op maat
gemaakte EHealth behandeling

Referaat 3: Als ik later groot ben (eindreferaat)
Drs. R. Teeuw, AIOS psychiatrie werkzaam bij GGz Breburg afdeling Persoonlijkheidsstoornissen Oost

Landelijk zijn er vele vacatures voor psychiaters. Ook bij GGZ Breburg zijn er meerdere niet vervulde
vacatures. Dit heeft een effect op verschillende gebieden. Voor psychiaters heeft dit onder meer een
invloed op de werkdruk, dienstbelasting, taakstelling, gevoel van autonomie. Uit eerder onderzoek, dat
zich voornamelijk toespitst op het vraagstuk ZZP vs. loondienst, komt naar voren dat bij een
toenemende mismatch tussen baandraagkracht en baandraaglast, de vertrekintentie van psychiaters
toeneemt met het risico op een zichzelf versterkend patroon door de toegenomen draaglast op de
achterblijvers.
In mijn onderzoek heb ik mij gericht op ervaren AIOS psychiatrie van GGZ Breburg. Op Verkennende
wijze, middels interviews, heb ik getracht inzicht te krijgen in welke arbeidswaarden van belang zijn en
wat het relatieve belang is van deze afzonderlijke waarden, in het licht van de keuze voor hun eerste
baan na afronden van de opleiding.

Referaat 4: Implementatie en evaluatie van de suïcidepreventie ketenzorg SUPREMOCOL
Drs. E. Hofstra, Promovendus suïcidepreventie, werkzaam bij GGz Breburg, Topklinisch centrum voor
lichaam, geest en gezondheid
Sinds 2007 is het landelijk suïcidecijfer in Nederland gestegen naar een totaal van 1871 zelfdodingen
in 2015. Noord-Brabant staat al jaren in de top 3 van provincies met de hoogste suïcidecijfers. Een
daling in het aantal zelfdodingen zou gepaard gaan met een aanzienlijke vermindering van lijden van
individuen, families, vrienden en naasten. Dit is een belangrijke aanleiding geweest om in NoordBrabant een verbeterde ketenzorg ten behoeve van de preventie van suïcide op te starten.
Sinds het najaar van 2016 werken de geestelijke gezondheidszorgorganisaties in Noord-Brabant – GGz
Breburg, GGz E, GGZ Oost Brabant, Reinier van Arkel en GGZ Westelijk Noord-Brabant – daarom samen
met ketenpartners aan een regionaal suïcidepreventieproject. Dit project is gericht op goede
onderlinge samenwerking in de keten, het verbeteren van communicatie tussen ketenpartners, het
aanpakken van snelle toegang tot zorg en opvolgen van personen met verhoogd suïciderisico. Dit
project wordt ook wel ‘SUPREMOCOL’ genoemd, wat staat voor: Suïcide Preventie door Monitoring en
Collaborative Care.
Mensen bij wie sprake is van een verhoogd suïciderisico kunnen door aan SUPREMOCOL deelnemende
ketenpartners in een nieuw ontwikkeld monitoringsysteem worden aangemeld. Een aanmelding in het
SUPREMOCOL-monitoringsysteem kan plaatsvinden als de persoon daar toestemming voor geeft en er
volgens een professional sprake is van verhoogd suïciderisico. Door een aanmelding in het
monitoringsysteem neemt een hulpverlener van de ggz-instelling die het dichtst bij de woonplaats van
de persoon is, binnen korte termijn contact met de persoon op. Het doel van dit contact is om te kijken
hoe het met hem/haar gaat en om passende zorg te regelen. Aansluitend wordt gedurende één jaar vijf
keer contact met de persoon opgenomen om te kijken hoe het gaat en of de zorg nog aansluit.
De implementatie van de nieuwe werkwijze in de praktijk en de effectiviteit ervan op de preventie van
suïcide, suïcidepogingen en suïcidaliteit is in een promotieonderzoek geëvalueerd. In dit referaat
worden de resultaten van dit onderzoek aan u gepresenteerd.